Springen
Voorwoord
Wie droomt er nou niet van: vliegen met je paard? Natuurlijk kan dat niet echt, maar met de discipline springen kan je je droom een klein beetje waarmaken, want je 'vliegt' samen met je paard over een hindernis. Wanneer zijn mensen begonnen om met paarden te springen en hoe zit het precies in elkaar? Daar komen we in dit artikel achter.
Geschiedenis
Het is niet duidelijk wanneer het springen een echte sport is geworden. Wel is duidelijk dat pas in de 19e eeuw, dankzij de jacht, langzaam maar zeker een springstijl is ontstaan.
Bij deze eerste stijl werd het paard flink gehinderd door teugelgebruik tijdens de sprong. Daarnaast verplaatste de ruiter zijn gewicht naar achteren in plaats van naar voren, omdat ze toen dachten dat de achterbenen sterker waren en het gewicht beter konden opvangen. Dat bleek verkeerd gedacht, want er werden slechte prestaties geleverd en valpartijen met slechte afloop waren een veel voorkomend probleem.
Rond 1900 bedacht Frederico Caprilli, een Italiaanse ruiter, een nieuwe methode. Die ontwikkelde hij nadat hij de bewegingen van een paard dat in vrijheid sprong aandachtig bestudeerd had. Hij leerde dat het een beter idee was om de rug van het paard tijdens de sprong zoveel mogelijk te ontlasten, en daarbij ook hoofd en hals zoveel mogelijk vrijheid te bieden om de sprong tot een goed einde te brengen. Een leuk weetje is dat deze methode tegenwoordig de 'verlichte zit' wordt genoemd.
Andere leuke weetjes zijn dat de allereerste springwedstrijd in 1864 in Dublin werd georganiseerd en dat jumping sinds 1900 een Olympische sport is. Er werden toen 15 hindernissen van 1,50 hoog gesprongen.
Hindernissen
De bekendste en eenvoudigste vorm van een hindernis bestaat uit twee palen die in een ijzeren voet gezet zijn. Deze worden ook wel staanders genoemd. Aan die twee palen zijn houders gehangen, waar de balken op rusten.
De hindernis kan op meerdere manieren uitgebreid worden. In de meeste gevallen zijn dit meerdere staanders en balken achter elkaar, maar het kan bijvoorbeeld ook met een waterbak erachter.
Een hindernis kun je zowel in de hoogte als in de breedte uitbreiden. Dit noemen we respectievelijk hoogte- en breedtesprongen. Hieronder zie je een lijstje met sprongen per categorie:
Hoogtesprongen
Hek (open hindernis)
Kruisje (wordt ook wel een andreas-kruisje genoemd)
Muur
Poort (gesloten hindernis)
Steilsprong
Breedtesprongen
Oxer (een hindernis bestaande uit twee delen die in oplopende of gelijke hoogte gebouwd kunnen worden)
Sloot
Triples prong (zoals de oxer, maar dan bestaande uit drie delen)
Ook de zogenoemde combinatiesprongen komen voor: deze sprongen bestaan uit twee of drie hindernissen na elkaar, waar telkens één of twee galopsprongen tussen gelaten is.
Springpaarden
Alle paarden kunnen springen, maar niet alle rassen zijn geschikt voor de topsport. Wil je wedstrijden rijden? Dan zou je kunnen kijken naar de paarden die hier speciaal voor gefokt zijn. Negen van de tien keer zijn dit warmbloedrassen.
Springpaarden met talent worden vaak met elkaar gekruist, in de hoop dat het veulen een nog beter springpaard wordt. Maar talent is niet het enige dat telt, fokkers willen ook paarden die graag voor de ruiter willen werken en makkelijk te rijden zijn. Bovendien moet een paard ook graag springen, want alleen dan zal hij het onderste voor je uit de kan willen halen!