Jullie kozen allemaal voor keuze 1, dus veel leesplezier gewenst!
Het duurde even voordat de jongeman weer naar beneden kwam. Ik werd zenuwachtig terwijl ik daar op hem wachtte. In de verte zag ik een waterval naar beneden kletteren. Boven me, verstopt tussen de bladeren, tjilpten de vogels een vrolijke melodie. Hun zang gaf me een bepaalde rust. De ladder werd weer naar beneden gegooid. Ik kon net op tijd opzij stappen om hem te ontwijken. Boven me werd er gelacht. Geïrriteerd keek ik naar boven. De jongeman nam de ladder naar beneden alsof hij een aap was. Lenig sprong hij voor mij op de grond.
“Nou, je mag mee naar boven, vreemdeling,” zei hij met een plagende glimlach op zijn mond, “maar pas op de takken. Ze kunnen erg gemeen zijn tegen vreemden.”
“Dat is een vreemde waarschuwing,” merkte ik op terwijl ik de ladder vastpakte. Hij ging er niet op in. De grijns op zijn gezicht werd alleen maar breder en zijn ogen fonkelden. Ik kreeg er de kriebels van. Met lood in de schoenen klom ik de wiebelige ladder op.
Niet veel later hoorde ik een krakend en zwiepend geluid en voelde ik een harde por in mijn zij. Er volgde nog een por en nog één. Verbaasd en verstoord keek ik om me heen. Daardoor kon ik net op tijd een nieuwe poging die voor mijn gezicht bedoeld was, voorkomen.
“Ik heb je gewaarschuwd,” zei de jongeman enkel toen ik boos naar hem keek. Ik begon een hekel aan die man te krijgen en was hoe dan ook blij toen ik eenmaal boven was. Zelfs daar werd ik nog door takken aangevallen.
“Hé meiden, houd eens op en kom kennis maken met ons nieuwe lid!” riep de jongeman toen. Ik fronste. Ik had geen tijd om vragen te stellen. Voordat ik mezelf ook maar had omgedraaid, sprongen er een stuk of vier jonge vrouwen lenig van de takken vandaan.
Dus zij hadden die takken laten zwiepen! Het werd het me ineens duidelijk.
“Wat een rotstreek was dat,” zei ik en sloeg mijn armen boos over elkaar terwijl ik hen aankeek.
In plaats zich te verontschuldigen, lachten ze.
“Oké dames, het theekransje is over,” vond de jongeman die naar de boomhut toe liep. Pas toen viel het me op dat de boomhut weg had van een zeilschip.
“Sorry Bram,” zei de kleinste van de vier met een onschuldig gezicht. Haar rode haren waren in twee speelse vlechten gebonden. Ze droeg een rode blouse en donkerblauwe spijkerbroek en slippers. Ze keek me met haar grijsblauwe ogen nieuwsgierig aan.
“Stel je ons niet aan haar voor, Bram?” wilde de vrouw weten die het langst was. Zij had ook rood haar en sproeten. In tegenstelling tot de kleine vrouw, droeg ze haar haren los. Met een snelle blik zag ik dat ze een groen truitje met lichte spijkerbroek droeg. De andere twee die nog niets gezegd hadden, hadden net als de jongeman, bruin haar, maar die van hun waren een stuk langer. Ook zij droegen hun haren los. Ook hadden ze dezelfde bruine ogen als hem. De jongeman kriebelde ongemakkelijk in zijn nek.
“Euh, ja sorry, meiden, dit is Tess,” stelde hij me toen aan hen voor. “Ze komt hier bij ons wonen.”
“Wat?” riepen we met zijn allen in koor. Ik knipperde verbaasd met mijn ogen en staarde hem met open mond aan.
“Kom,” zei de jongeman die Bram was genoemd, op een vriendelijkere toon tegen me en opende de deur van de boomhut. “Je hebt wel wat uitleg verdiend.”
Hij gebood dat ik hem voor mocht gaan. Ik aarzelde, maar nam zijn aanbod toch aan. Mijn nieuwsgierigheid was ditmaal sterker dan mijn angst voor het onbekende.
Keuze 1: Tess krijgt een verhaal over de paarden te horen en wat haar taak wordt om de kudde zo goed mogelijk te kunnen beschermen. Daarvoor moet ze haar eerste thuis opgeven.
Keuze 2: Tess krijgt een verhaal te horen over een verloren munt die de paarden zou moeten beschermen, maar nu verkeerd gebruikt wordt. Tess krijgt de opdracht de munt te vinden.
Het paardendal verhaal - hoofdstuk één / deel vier |
|
|
Bronnengeen bronnen bekend
Gerelateerde artikelengeen gerelateerde artikelenGekoppelde topicsgeen gekoppelde topicsTagsgeen tags toegevoegdLinksDelen |
Reacties
door Meradia, 14-05-2014 om 21:20:47
Keuze 2!
|
|