Sorry dat er een tijdje tussen heeft gezeten, maar hier is dan hoofdstuk twee met keuze twee!
De boomhut was gezellig ingericht. Gezelliger dan ik had verwacht. Op de houten picknicktafels die in het midden tegen de muren stonden, waren rood/wit geblokte tafelkleden gelegd en daarboven op stonden kleurrijke bloemen in vazen die de gekste vormen hadden. Daarnaast stonden kleine windlantaarns met een kaars erin.
Achterin was de keuken die net zo gezellig was. Het had de sfeer van een landboerderij en daar heb ik altijd wel van gehouden. Ik voelde me direct op mijn gemak. Daardoor lette ik even niet op en botste tegen een houten trap aan die boven de kapstok liep.
“We zullen dat bord maar weer op moeten hangen,” lachte Bram toen hij mij een pijnlijk gezicht zag trekken. “Dan zul je snel weten dat daar een trap is.”
Hij ging aan één van de picknicktafels zitten en bood mij ook een plaats aan. Drie meiden deden hetzelfde. De grootste van de vier liep naar de keuken en kwam even later terug met een kan met drinken en zes glazen. Ze bood ons wat te drinken aan.
Ik nam het aanbod aan en nipte dankbaar van mijn glas. Het smaakte naar aardbei aanmaaklimonade.
“Welkom in ons huis, Tess,” begon Bram die ook van zijn limonade dronk. Hij zette zijn glas op tafel en wees naar de meiden. “Dit zijn Kim, Yara, Sue en Rana,” stelde hij eindelijk de dames aan mij voor. Niet dat ik ze nu in één keer kon onthouden, maar dat zou nog wel komen, bedacht ik me.
“Wij wonen hier al sinds we op ons zelf mogen wonen, vanaf achttien jaar. Daarvoor waren we hier al veel bij de paarden te vinden, maar hadden andere bewoners de taak om voor ze te zorgen. Wij waren er nog te jong voor. Pas toen we oud genoeg waren en we deze boomhut in de gaten kregen, nodigden de bewoners ons uit. Ze vertelden ons dat de paarden die in het weiland stonden, geen gewone paarden waren. Ze waren de beschermers van het vallei. Zij zorgden ervoor dat het land groen bleef en dat de wezens van buiten af niet naar binnen kunnen komen. De beschermers vertelden ons dat er een munt was die er voor zorgde dat de paarden als normale paarden gezien werden en dus met rust gelaten zouden worden. Ook was de munt de sleutel van deze wereld naar een andere wereld, zoals die van jou. We dachten altijd dat het verhaal van de munt maar een mooi verhaaltje voor het slapen gaan was, maar het verhaal blijkt waar te zijn. Alleen is de munt verdwenen. Hij kan dus overal zijn,” legde Bram uit.
Ik schudde mijn hoofd van ongeloof. Het klonk gewoon te kinderachtig en niet waar. Hoe kon een munt nu speciale krachten hebben die vliegende paarden als normale paarden kon doen overkomen en een sleutel zijn voor verschillende werelden? Dit moest een grap zijn.
Er was immers maar één wereld en dat was de aarde, dacht ik in de war.
“Ik snap dat dit verwarrend is,” zei de grootste van de vier meiden, Rana, rustig, “maar Bram verteld de waarheid.”
“Hoe kan ik dan nooit van jullie wereld gehoord hebben?” vroeg ik.
“Dat is iets wat wij nog niet hebben kunnen ontdekken,” legde Rana uit. “Ook wij woonden ooit in een andere wereld. Misschien wel in dezelfde wereld als die van jou, maar op een dag kwamen we bij een oud uitziend, verlaten gebouw aan. We hadden er de grootste plannen mee, maar toen kwamen we in deze wereld terecht. Ook wij geloofden het verhaal niet, maar nu we met eigen ogen gezien hebben dat de munt echt bestaat, blijven we hier om hem te beschermen.”
“Daarbij, je hebt zelf gezien dat de paarden hangers om hun nek hebben. Welke paarden dragen nu hangers en hebben hoorns?” hielp Bram me herinneren. Ik dacht na en knikte toen langzaam. Beetje bij beetje begon ik het te snappen, maar geloven was een ander verhaal.
“Waar is die munt nu?” vroeg ik een beetje nieuwsgierig.
“Dat weten we niet,” gaf de kleinste, Sue, toe.
“We zijn hem kwijt,” zuchtte Kim en wierp een kwade blik op Bram.
“Wat,” viel die meteen in de aanval. “Ik kan er niets aan doen dat hij in de geldbuidel terecht is gekomen!”
“Ja, maar de munt lijkt ook heel erg op de munten waarmee we hier betalen,” kaatste Sue terug.
“Jongens, hier hebben we het al over gehad,” kwam Kim tussenbeide. “Met oude koeien uit de sloot halen lossen we niets op.”
“Dat is waar,” zuchtte Bram. Hij richtte zich weer tot mij.
“Daarom is het belangrijk dat we die munt vinden,” zei hij. “Als de munt in verkeerde handen valt, kan de eigenaar achter de andere werelden komen en een oorlog beginnen. Hij zal de paarden gebruiken om de macht over alles te krijgen en dat mag niet gebeuren. Want de paarden zijn het evenwicht van alle werelden. Als er één van de paarden uit de kudde verdwijnt, verdwijnt daarbij een wereld en daarbij ook het leven wat er op die wereld leeft,” legde hij afwezig uit.
“Wij zoeken al een aantal jaar naar die munt en we zijn er achter gekomen dat er iemand anders ook naar op zoek is. Nu je van onze wereld en de paarden af weet, vragen we je om hulp. We vragen het niet, we verwachten het van je. Wij kunnen je namelijk helpen je terug te laten keren naar je eigen wereld, maar dat kan alleen als jij ons helpt. Als je dat niet doet, zal je hier je leven rusteloos doorbrengen,” zei Rana.
Ik keek hen aan alsof ze gek waren, maar ze vertrokken geen van alle een spier.
“Helaas is het waar,” zei Yara serieus. “Kies verstandig.”
Ik dacht even na. Eigenlijk vond ik het allemaal maar een vaag verhaal. Toch had ik al een deel ervan met eigen ogen gezien, waardoor het onmogelijk werd om te zeggen dat het niet waar was.
Maar waarom zou ik niet in mijn ééntje terug naar huis kunnen? dacht ik. Ik ben hier toch ook alleen naar toe gekomen? En mijn ouders zullen vast ongerust zijn.
Ik keek uit het raam. De paarden waren bij de boomhut komen te staan. Ze hieven als één paard hun hoofd en begonnen te hinniken.
“Er is iets mis,” zei Bram die meteen opstond. “Ik ga kijken.”
Hij liep naar de voordeur.
Het gehinnik van de paarden zorgden ervoor dat ik een besluit nam.
Bram wilde net de deur openen.
“Wacht!” riep ik naar hem om hem tegen te houden. Ik wilde het zeggen waar iedereen bij was. Dan kon ik tenminste niet van gedachten veranderen.
“Ik ga jullie helpen die munt te vinden,” zei ik voordat Bram zijn mond open kon doen.
Er verscheen een klein glimlachje op zijn gezicht.
“Dankjewel,” zei hij. “De meiden zullen je alles uitleggen.”
Toen vertrok hij.
Keuze 1: De paarden worden aangevallen. Tess krijgt daardoor nog meer bewijs dat de wereld waarin ze belandt is, echt is.
Keuze 2: Bram komt in de problemen.
Het paardendal verhaal - hoofdstuk twee/ deel één |
|
|
Bronnengeen bronnen bekend
Gerelateerde artikelengeen gerelateerde artikelenGekoppelde topicsgeen gekoppelde topicsTagsgeen tags toegevoegdLinksDelen |
Reacties
door Jasirlover, 18-06-2014 om 20:25:05
Wat zijn jullie aardig voor Bram
Bij nog drie reacties zal ik een nieuw stukje plaatsen. |
|
ik ga voor keuze 2!