Versuft knipperde ik met mijn ogen en schrok van de geuren die met volle snelheid mijn neus binnen drongen. Het duurde even voordat ik aan het zonlicht gewend was. Gelukkig bleef mijn moeder dicht bij mij. Ze likte me schoon en toen dwong ze me meteen al om te gaan staan.
Eerst het ene been, toen het andere. Dat ging makkelijk, maar toen moesten mijn achterbenen nog. De derde ging ook nog redelijk, maar toen viel ik om. Mijn moeder moedigde me aan.
“Nog een keer proberen, kleine man,” fluisterde ze in onze taal in mijn oor en ik probeerde het opnieuw. Dit keer lukte het me om op mijn vier benen te staan, maar daar krijg je dorst van zeg!
Ik keek om mij heen en zag mijn moeder weglopen.
Dat was niet de bedoeling! Ik wilde drinken, maar hoe kom ik daar dan bij?
Mijn moeder bleef even stilstaan en keek mij aan.
“Kom maar, het lukt je wel,” moedigde ze me aan.
Ik probeerde een stapje vooruit te komen. Dat lukte me nog wel. Nog een stapje en nog één, maar nu wat harder. Dat had ik beter niet kunnen doen, want direct daarna lag ik alweer gestrekt op het gras.
Geïrriteerd schudde ik met mijn hoofd en ging weer staan.
Zo moeilijk kon het toch niet zijn? dacht ik gefrustreerd.
Opnieuw deed ik een paar stapjes, nu wat rustiger aan. Mijn moeder bleef dit keer gelukkig staan tot ik bij haar in de buurt was. Mijn moeder Ze legde me geduldig uit waar ik de melk moest zoeken. Ik vond de plek en begon gulzig te drinken.
“Kom ,we gaan naar de anderen toe,” stelde mijn moeder voor.
“Anderen?”, vroeg ik terwijl ik vragend om me heen keek.
Bedoelde ze soms dat clubje wat even verderop stond? Wat waren dat voor wezens? Zouden ze aardig zijn? vroeg ik me af terwijl ik mijn moeder voorzichtig volgde. Ik hield haar goed in de gaten. Onderweg schrok ik van een fladderend wezen wat ook nog lawaai kon maken. Mijn moeder legde me uit dat dat een vogel was en ons geen kwaad kon doen. Ja ja, daar geloofde ik dus niets van en hield dat vreemde wezen goed in de gaten.
Voor ik het wist waren we al bij die andere vreemde wezens. Tot mijn grote opluchting konden we elkaar wel verstaan. Nou ja, opluchting? Ik was niet zo blij met wat ik te horen kreeg!
“Wat is dat voor veulen, Kaya?” vroeg een donkerbruin paard ze aan mijn moeder.
“Ja, wat voor kleur heeft hij? Hij lijkt totaal niet op ons,” zei een ander wit paard.
Mijn moeder bekeek mij eens goed en zag dat ze het zelf ook niet goed wist.
“En heb je al een naam voor hem?” vroegen ze.
Mijn moeder schudde haar hoofd.
Ik keek hen niet-begrijpend aan.
Waar hadden ze het over? vroeg ik me af en besloot mezelf eens te bekijken. Toen begreep ik het, maar ook weer niet, want hoe zie ik er nu uit? Daar wilde ik heel graag antwoord op.
“Aaah, wat een leukerd!” hoorde ik ineens iemand hardop roepen. Het deed pijn aan mijn oren en sprong opzij van de schrik.
“Rustig Ruth, anders schrikt hij nog,” hoorde ik een ander wat zachter praten. Dat beviel me wel en ik keek waar het geluid vandaan kwam. Toen merkte ik twee wezens op en die waren nog vreemder dan de vogel en mijn nieuwe paardenvriendjes, want zij liepen op twee benen!
Hoe was dat nu mogelijk? Vielen ze nooit om?
Mijn moeder kwam naast me staan en vertelde me dat het mensen waren en ook dat het goede mensen zijn.
Daar kwam ik al heel snel achter toen ze me begonnen te kriebelen op een plekje waar ik net jeuk had. Dankbaar leunde ik tegen ze aan, maar dat vonden ze blijkbaar minder leuk, al konden ze er later wel weer om lachen.
“Wat voor veulen is het eigenlijk, mama?” vroeg het meisje dat eerst hard had gepraat, maar het nu wat zachter deed.
“Ik heb geen flauw idee,” bekende de lange vrouw eerlijk. “Het is wel een bijzondere, dat weet ik wel. Heb je al een naam voor hem?” vroeg ze aan het jongere meisje.
“Nee, ik probeer er al een paar dagen één te verzinnen, maar het lukt me niet.”, bekende ze.
“En de spelers op dat ene paardenspel wat je speelt dan, weten die geen naam?” opperde haar moeder.
“Dat is een goed idee mam!”, riep het meisje blij en bood meteen haar verontschuldigingen aan toen ik er weer van schrok.
“Sorry ventje, ik zal beter opletten,” zei ze zachtjes terwijl ze achter mijn oren kriebelde.
Ze haalde een vreemd apparaat uit haar zak van haar jas te voorschijn en maakte met dat apparaat een vreemd geluidje. Later begreep ik dat het een telefoon met een camera was waarmee mensen hun mooiste herinneringen vast te kunnen leggen zodat ze die nooit zouden vergeten.
“Ik zal de spelers meteen vragen wat voor veulen dit is,” stelde ze aan haar moeder voor.
“Dat is goed,” vond haar moeder.
Na nog een laatste aai over mijn neus vertrokken de twee mensen.
“Tijd om te slapen,” zei mijn moeder toen ze me zag geeuwen.
Ik ging liggen en geeuwde nogmaals en kwam in dromenland terecht. Een land waarin ik me voor probeerde te stellen in wat voor wereld ik terecht was gekomen en wat me te wachten stond, maar ik was vooral benieuwd naar hoe ik er later uit zou zien en wat voor naam ze mij zouden geven.....
-----------------------------------
Mijn baasjes weten het dus niet hoe ik eruit zie en hoe ik heet. Kan jij ze daarmee helpen?
Dat zou super zijn! Je mag tekenen, schrijven, schilderen of wat je ook maar kunt bedenken om te laten zien hoe jij mij ziet. Ook mag je me een naam geven, graag zelfs!
Stuur jouw inzending voor 20 maart naar Jasirlover of xxwienekexx en wie weet kan jij straks zeggen: dat heb ik bedacht!
[WEDSTRIJD] De mascotte van HT! |
|
|
Bronnengeen bronnen bekend
Gerelateerde artikelengeen gerelateerde artikelenGekoppelde topicsgeen gekoppelde topicsTagsgeen tags toegevoegdLinksDelen |
Reactiesgeen reacties |
|