Akhal-Teké
De Akhal-Teké is één van de oudste paardenrassen van de wereld. Het komt van oorsprong uit de Turkoman, deze heeft naast de Akhal-Teké ook andere afstammelingen waaronder de Iomud, Goklan en de Tekke.
Omdat de geschiedenis van de Akhal-Teké zo erg is verweven met die van de Turkoman is een afzonderlijke geschiedenis van voor de negentiende eeuw bijna onmogelijk te vinden.
De Akhal-Teké werd voor lange rooftochten middels langeafstandstochten voorbereidt. Ze kregen hiervoor ook aangepast voedsel, dit waren vetbolletjes die bestonden uit gerst, luzerne en schapenvet. Om energie te besparen werden de Akhal-Teké gehouden onder een aantal dekens. Hiermee konden ze ook hun vacht fijn houden en het vet weg zweten. Dit zijn ook meteen de redenen dat de Akhal-Teké, voornamelijk wanneer ze in ras conditie zijn, er uitzien als de windhonden onder de paarden. Ze worden ook er vaak van beschuldigd dat ze te mager zouden zijn. Ook bestaat er een zwaardere type van de Akhal-Teké.
De Akhal-Teké is een belangrijke invloed geweest op het tot stand komen van een paar Russische paardenrassen, namelijk de Karabag, Karabaier en het Don paard. Ook is het paard ingezet om wat rassen terug te fokken en te verbeteren, waaronder het Nez Perce paard, Xilingol, de Kazach en een klein beetje bij de Lokai.
Eind de negentiende eeuw kwam het ras in gevaar, doordat Turkmenistan bij Rusland kwam. De Turkmenen waren nu niet meer afhankelijk van het nomadisch bestaan en hun paardenfok. Daardoor werden veel Akhal-Teké verkocht aan het buitenland.
Ook werd de Akhal-Teké meermalen getroffen in begin de twintigste eeuw door rampspoed. Het begon met de Eerste Wereldoorlog, gevolg door de burgeroorlog en daarna deed het Sovjet regime weinig goeds aan het ras. Als zijnde onderdeel van het verafschuwde kapitalisme, werd vanuit het communisme persoonlijk bezit afgekeurd. Hierdoor kwamen vele paarden in beslag en belanden zelfs een hele hoop bij de slacht. Paarden werden losgelaten in de woestijn, door de Russen gegeten vanwege de hongersnood of over de grens gesmokkeld.
Dankzij de inspanning van generaal Kuropatkin werd een fokkerij genaamd Zakaspiiski opgericht. De fokkerij is een erg belangrijk hoofdstuk geweest in het voortbestaan van de Akhal-Teké. Rond de jaren twintig waren er een paar Russische wetenschappers die de nakomelingen van de Akhal-Teké gingen vastleggen. Daardoor werd er een steeds groter aantal paarden naar Rusland gebracht. Voor korte tijden werden er Engelse Volbloeden gebruikt om mee te fokken, om zo een sneller en groter renpaard te maken. Ze kozen hier vooral voor omdat een hoop Akhal-Teké `s achterbleven in de groei vanwege de slechte omstandigheden waarin ze opgroeiden. Hierdoor kwamen enkele paarden meteen gedeeltelijk met een onduidelijk herkomst omdat de Engels Volbloeden geen stamboom hadden. Tegenwoordig worden deze zoveel mogelijk uit het stamboek geweerd.
De raszuiverheid wordt nu zo goed mogelijk in de gaten gehouden. Dit wordt gedaan door middel van bloedtesten en keuringen waarbij de paarden een gradatie krijgen. Hierbij is de hoogst haalbare benaamd met de elite, deze is opgedeeld in drie subklassen en gevolgd door klasse 1 en 2. Over het algemeen worden alleen de elite en klasse 1 paarden ingezet voor de fok.
De paarden worden gefokt naar vaderlijnen, dit houdt in dat het veulen automatisch de lijn van zijn vader overneemt. De belangrijkste lijnen zijn Gelishikli, Kaplan, Peren, Sovkhoz II, Fazirpelvan, El en Arab. Een van de twintigste eeuw belangrijkste stamvaders was 2a Boinou. Het meerdendeel van de lijnen is terug te vinden naar deze lijn.
Er zijn drie hoofdtypen binnen het ras:
1. Grootgelijnd en het meest rastypisch, welke inzetbaar is in vele takken van de paardensport.
Lijnen Gelishikli, Peren en Kaplan.
2. Een kleiner type, dat opvalt door zijn snelheid en springvermogen.
Lijnen Karlavach, Fakirpelvan en El.
3. Een steviger type, dat geroemd is om zijn uithoudingsvermogen.
Lijnen Dor-Bairam, Arab en Toporbai.
Exterieur
De Akhal-Teké heeft een schoft van 1,52 tot 1,64 meter. Zwart, bruin en valk zijn de kleuren die het meest voorkomen, vaak met een metaalglans. Palomino, perlino, cremmelo, schimmel en vos komen ook regelmatig voor. De metaalglans is bij deze kleuren terug te vinden in de valkkleurige of palomino, maar is niet meer ongewoon om ook bij de vos of bruine raspaard terug te komen. Het wordt zilverkleurig genoemd als het een schimmel is met een befaamde glans.
De glans komt waarschijnlijk door een gemuteerd gen, hierdoor wordt het licht anders onderbroken en een veel snellere weerkaatsing ontstaat. Daarnaast is de haarkern van de Akhal-Teké veel smaller dan bij andere paardenrassen en de medulla is breder, dit is de omliggende lichtdoorlatende laag. Hoe kleiner de haarkern is, hoe meer glans het paard heeft. De vacht is fijn en dun behaard en kan ondanks dit toch tegen de extreme temperatuurwisseling van de Karakoem woestijn.
De Akhal-Teké heeft een fijn hoofd met een recht profiel, waarop lange en rechte oren zitten. De ogen zijn meestal groot en amandelvormig. Verder is de hals hoog, recht en lang, het heeft beetje de vorm van een hertenhals. Er is bijna tot geen haartop bij het paard aanwezig. De schoft van de Akhal-Teké is hoog, de schouders lopen schuin en de rug is lang met een klein hellend kruis. Ze hebben een lage staart. De benen zijn sterk met een lange fijne bouw. De borst is niet breed maar wel diep. Ze hebben een opvallende, platte ribbenkast, hierdoor lijkt het paard vaak te mager.
Karakter
Het is een gevoelig ras en reageert daarom slecht op een harde aanpak. Hierdoor worden ze meestal bestempeld als moeilijk, koppig of zelfs opstandig. Ze hebben een zachte geduldige hand nodig met de tijd om het vertrouwen en het respect te winnen van het paard. Ze willen graag aandacht krijgen van degene waarmee ze een sterke band hebben opgebouwd. Ze zijn erg intelligent en gevoelig, ze zullen daarom niet geschikt zijn voor iedereen.
Bijzonderheden
Het bijzonderste is de metaalachtige glans in de vacht. Er gaat een voorkeur uit naar een goudachtige glans van de huid, zoals bijvoorbeeld goudvos, goudbruin en goudvaal.
Een echte Akhal-Teké kan je alleen maar herkennen aan de stamboekpapieren.
Reageren op paard van de week kan hier!.